Blended learning heeft de toekomst

Zowel de zachte als de harde kant van leren behoeven continue aandacht van werkgevers, benadrukken Yvonne Loef en Ron Bruijn van softwarebedrijf Visma PlusPort. En daarbij is e-learning een steeds belangrijker hulpmiddel. Ze delen de trends, ontwikkelingen en hun inzichten.

Veel organisaties verkeren in een spagaat over de aanpak van de loopbaanontwikkeling van hun personeel: gedragsverandering stimuleren met een breed aanbod van workshops en trainingen, of het behalen van diploma’s prioriteit geven? De zachte zijde van opleiden met als doel een gelukkige medewerker die uiteindelijk beter presteert. En de keiharde kant van de compliancy en de vereiste kwalificaties die nodig zijn om een bepaalde functie uit te oefenen. ‘Mag iemand wel dat werk doen zonder diploma of certificering?’ is dan een belangrijke vraag.

"Die twee benaderingen lopen vaak dwars door organisaties heen”, observeert Ron. ,,Dan is een afdeling quality assurance heel intensief bezig met kwalificaties terwijl HR druk is om multi- en duurzaam inzetbare medewerkers te creëren die goed in hun vel zitten.” Yvonne: "Het uitgangspunt daarbij is dat wanneer mensen zich goed voelen, ze ook het gewenste gedrag gaan vertonen.”

Idealiter krijgen beide terreinen veel aandacht. Het financiële risico van verwaarlozing is bij de harde kant wel veel groter dan bij de zachte, merkt zij op. "De impact van een machinist die uit een kraan valt is van een andere orde dan het gevolg van ontevredenheid bij een medewerker op een callcenter.”

HR-afdelingen zetten vooral in op de zachte kant van leren en gaan over het algemeen uit van het 70:20:10 model. Daarbij is 70 procent van de ontwikkeling van kennis en vaardigheden van medewerkers afkomstig van het leren op de werkplek, 20 procent van het sociale leren (van collega’s) en 10 procent komt door het formele leren (trainingen, opleidingen, e-learning).

Loopbaanbudgetten

Organisaties werken vaak met loopbaanbudgetten aan de zachte zijde van learning, waarbij de verantwoordelijkheid en de keuzevrijheid bij de medewerker worden gelaten. Die krijgt veel content te verwerken met de boodschap: ga maar leren. Yvonne: "En dat gebeurt lang niet altijd, zie ik. Het aanbod is vaak niet uitdagend genoeg. Het eerste jaar zijn medewerkers nog nieuwsgierig, maar dat daalt in het jaar erop. Dan hebben ze het wel gezien. Die meestal vrijblijvende sessies en modules tellen ook niet mee voor je beoordeling en je loopbaan. Een diploma heeft daarentegen juist direct invloed op je loopbaan en is gerelateerd aan beloning.” Ron: "Natuurlijk wil je dat je medewerkers duurzaam inzetbaar worden, dat willen vakbonden ook heel graag. Maar je wilt ook dat ze hun functie goed uitvoeren.”

Beide terreinen verdienen dus alle aandacht. Zo loopt nu een groot leerproject met het Learning Management System (LMS) van Visma PlusPort bij een groot bedrijf in de zuivelindustrie waarbij een brede set aan opleidingen wordt aangeboden, zowel in harde als zachte materie. Elke medewerker krijgt daarbij 600 euro om te leren. "Dat moet je wel sturen vanuit de ondernemingsraad”, weet Ron. "Want niet alle mensen zijn van nature geneigd om te willen veranderen. Ga je dan budgetten verschuiven naar een volgend jaar?”

Kosten omlaag door e-learning

De kosten voor trainingen en opleidingen zijn in de loop der jaren afgenomen, dankzij de inzet van digitaal leren. E-learning is bovendien veel sneller dan klassikale les. Yvonne: "In een klas met vijftien mensen zitten er altijd twee die 20 procent van de tijd absorberen met vragen te stellen. Daarnaast kun je alle kennisoverdracht nu in e-learning stoppen, en alle opleiders bieden daarbij ook digitale ondersteuning. Die trend zal doorzetten.” Niet alleen theoretische materie wordt digitaal gegeven, ook almaar meer praktijklessen. Dat komt mede door de simulaties, ook voor gedrag, die inmiddels beschikbaar zijn. De laagdrempelige, interactieve video’s zijn daarbij een succes, ziet Ron. "Het is toegankelijker en goedkoper, vooral wanneer grote groepen deelnemen.” Momenteel gebeurt 60 procent van het leren online en 40 procent offline, schatten Ron en Yvonne in. Ook bijvoorbeeld een toolboxmeeting (kort overleg over veiligheid op de werkplek) vindt nu vaak online plaats. 

Leerbehoefte

Alleen online is ook niet zaligmakend, daarom is het hybride, of blended, leren in opkomst: de mix van klassikaal en digitaal, online en offline. Het gebruik van films en apps die offline beschikbaar zijn, neemt ook toe, ziet Ron. "Dat is handig op plekken waar moeilijk internet is, zoals schepen. Zo kunnen medewerkers hun tijd efficiënt besteden wanneer ze een uurtje niets te doen hebben.”

Toch blijft het wat oppervlakkig om alles van een filmpje te zien, stelt hij. "Echte praktijkhandelingen zijn absoluut noodzakelijk, vooral in de zorg.”

Dit blended learning heeft voorlopig de toekomst, is de overtuiging van Ron en Yvonne. Daarbij blijft de intrinsieke ‘need to learn’, de leerbehoefte, een belangrijke voorwaarde voor succes. 

Werkvloer

De percepties binnen organisaties over de mogelijkheden voor medewerkers om zich te ontwikkelen en verder te leren, verschillen nogal, zo geeft de HR Benchmark 2020 van Visma | Raet aan. Waar bestuurders en HR-professionals ervan overtuigd zijn dat er in hun organisatie alles aan wordt gedaan, ervaren medewerkers zelf dit toch anders. Die tegenstelling is van alle tijden, zegt Ron. "We zien in de praktijk regelmatig organisaties die beschikken over een uitgebreid competentieboek waarin alle competenties staan beschreven. Dat is heel mooi en vaak een leidraad voor het functiehuis en bijbehorende opleidingen. Maar het bereikt niet altijd de werkvloer, en dat is heel jammer want de softwaremodellen zijn daar wel heel geschikt voor.”

Ambassadeurs

De kosten zijn weliswaar relatief gedaald, toch spenderen organisaties flink geld aan trainen en opleiden. Maar hanteren ze een bepaald traject dan ook als een business case? Is de investering zichtbaar in de verzuimcijfers, of in de omzet? Ron: "Er wordt ons wel vaak gevraagd of het rendement van opleidingen is terug te zien. Dat is heel lastig integraal in kaart te brengen. Aan de harde kant is die berekening wel te maken, maar wanneer vijfhonderd mensen meedoen aan een mindfulnesstraining, hoe meet je dan het resultaat?” 

Organisaties hoeven zich volgens hem ook geen illusies meer te maken dat ze door een mooi opleidingsaanbod jonge talenten behouden "Dat gaat niet meer op bij de nieuwe generatie. Alles draait nu om het individu. Maar investeren in je medewerkers blijft belangrijk. Als ze blijven is het fijn dat je duurzaam inzetbare medewerkers hebt, en als ze weggaan worden het goede ambassadeurs voor je.”

   


Het Learning Management System (LMS) van Visma PlusPort (onderdeel van Visma) heeft ruim 1 miljoen actieve gebruikers. Visma PlusPort helpt organisaties graag verder in hun leerbehoefte, het vastleggen van compliance en het uitrollen en beschikbaar stellen van allerlei content, zoals video, digitale boeken, pdf’s en e-learning.