Compensatie transitievergoeding

Compensatie transitievergoeding vervolg

De transitievergoeding is bedoeld om ontslagen werknemers te ondersteunen bij het vinden van nieuw werk, of om inkomensverlies gedurende een periode van werkloosheid op te vangen. De vraag is dan of werknemers die een (volledige) arbeidsongeschiktheidsuitkering ontvangen of hun AOW-datum al in het vizier hebben, recht hebben op een volledige transitievergoeding.

Over deze kwestie – in de zaak van een 64-jarige werknemer met een IVA-uitkering tegen zijn werkgever – is geprocedeerd tot aan de Hoge Raad. De uitspraak van de Hoge Raad (5 oktober 2018) luidt dat de werkgever de volledige transitievergoeding moet betalen.

De redenering van de Hoge Raad is als volgt. De regeling van de transitievergoeding is dwingendrechtelijk van aard. De regels voor de berekening zijn nauwkeurig in de wet omschreven en staan in principe geen uitzonderingen toe.

De wetgever is zich ervan bewust geweest dat een werknemer die kort voor het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd wordt ontslagen, recht heeft op een transitievergoeding die hoger is dan het loon dat hij zou hebben ontvangen wanneer hij in dienst zou zijn gebleven. Dit blijkt uit kamerstukken bij het betreffende wetsvoorstel. Er is daardoor geen juridische basis voor ‘aftopping’ van de transitievergoeding voor werknemers die bijna met pensioen gaan. Ook het feit dat iemand een IVA-uitkering ontvangt, speelt geen rol bij de bepaling van de hoogte van de transitievergoeding