Continuering vaste reiskostenvergoeding

Continuering vaste reiskostenvergoeding

De corona maatregel dat werkgevers aan hun werknemers een onbelaste vergoeding voor vaste reiskosten kunnen geven, wordt verlengd tot 1 juli 2021. Deze regeling gold aanvankelijk tot 1 april van dit jaar.

Veel werkgevers betalen nog steeds een vergoeding voor vaste reiskosten aan hun werknemers en houden daar geen belastingen op in. Ook wanneer die werknemers voornamelijk thuiswerken. Voorwaarde voor het geven van de onbelaste vergoeding is dat de werknemers uiterlijk op 12 maart 2020 een onvoorwaardelijk recht hadden op een vaste reiskostenvergoeding. Hetzelfde geldt voor keuzes die gemaakt zijn in het kader van een cafetariaregeling. Voor vergoedingen die zijn overeengekomen na 12 maart 2020 geldt dat de werkelijke reiskosten alleen nog op declaratiebasis worden vergoed. In het geval van een toegenomen reisafstand door verhuizing van werknemer of werkgever na 12 maart, vervalt het onvoorwaardelijk recht op de reiskostenvergoeding. Hetzelfde is het geval indien de reiskostenvergoeding van een werknemer is opgeschort voor 12 maart wegens langdurige ziekte, en weer is toegekend na 12 maart bij hervatting van het werk.

Het kabinet verlengt deze corona maatregel omdat er nog steeds werknemers zijn met kosten die te maken hebben met het reizen voor hun werk. Denk hierbij aan werknemers die vaste kosten hebben van de eigen auto of private leaseauto die zij eerder gebruikten voor woon-werkverkeer. Of aan werknemers die ervoor hebben gekozen hun OV-abonnement te verlengen.

De verwachting is dat werknemers als de coronacrisis voorbij is voor een deel thuis blijven werken. Daarom onderzoekt het kabinet de belastingmaatregelen waarmee werkgevers de kosten van thuiswerken kunnen vergoeden. Hierbij wordt ook gekeken naar de samenhang met de bestaande reiskostenvergoedingen.