
Onder de werkkostenregeling (WKR) kan een werkgever maximaal 1,2% van het totale fiscale loon (de 'vrije ruimte') besteden aan onbelaste vergoedingen en verstrekkingen voor zijn werknemers. Daarnaast kan hij bepaalde zaken onbelast vergoeden, verstrekken of ter beschikking stellen, de zogenoemde gerichte vrijstellingen. Gerichte vrijstellingen gaan niet ten koste van de vrije ruimte.
Om te voorkomen dat de waarde van bepaalde voorzieningen die de werknemer op de werkplek gebruikt, in de vrije ruimte valt, is een aantal voorzieningen op nihil gewaardeerd. Deze 'nihilwaarderingen' gaan dus ook niet ten koste van de vrije ruimte. De nihilwaarderingen gelden alleen voor loon in natura, niet voor vergoedingen in geld.
Voor bepaalde voorzieningen op de werkplek en voor (dienst)woningen gelden normbedragen.
Arbovoorzieningen zijn gericht vrijgesteld. Hierbij maakt het niet uit of deze worden vergoed, verstrekt of ter beschikking gesteld, en of de voorzieningen op de werkplek worden gebruikt of niet. In de volgende situaties geldt een gerichte vrijstelling die niet ten koste gaat van de vrije ruimte.
Werkplek is een breed begrip. Voor de fiscus is dit elke plaats waar werknemers werken en waarvoor een werkgever op grond van de Arbeidsomstandighedenwet verantwoordelijk is, en strekt zich uit van kantoor tot bedrijfsauto.
De werknemer betaalt geen eigen bijdrage voor de voorzieningen. Voorbeelden zijn:
De volgende voorzieningen zijn gericht vrijgesteld onder de voorwaarde dat deze voorzieningen deel uit maken van een arboplan:
Onder de WKR is een door de werkgever geïnitieerd preventie- en gezondheidsprogramma gericht vrijgesteld. Trainingsdagen, workshops en on-line coaching zijn gericht vrijgesteld. Voor bepaalde voorzieningen geldt de aanvullende voorwaarde dat er sprake moet zijn van een arboplan. Een vitaliteitsprogramma is onderdeel van het arboplan. Voor sommige, nader te bepalen voorzieningen moet afzonderlijk worden vastgesteld onder welk fiscaal regime deze vallen.
De arbodienst kan een rol vervullen in een vitaliteitsprogramma. Sommige activiteiten zijn vrijgesteld van BTW, zoals een arbeidsgezondheidskundig spreekuur of periodiek onderzoek. Advisering en voorlichting is niet vrijgesteld. Diensten die bij voorbeeld door Raet worden geleverd, worden altijd belast met 21% BTW.
Een werkgever stelt initieel vast hoe groot het budget is dat aan een vitaliteitsprogramma kan worden besteed. Als een werkgever geen ongebruikelijke voorzieningen aanbiedt, zijn er geen fiscale verrassingen te verwachten in de vorm van bijvoorbeeld eindheffing of belast loon. In geval van twijfel kan de Belastingdienst vooraf worden geraadpleegd.