Wijzigingen Wet minimumloon

Op 25 januari 2017 is de gewijzigde Wet minimumloon en minimumvakantietoeslag (WML) door de Eerste Kamer aangenomen. De wet kent gewijzigde bepalingen omtrent meerwerk, stukloon en het minimumjeugdloon. De verschillende artikelen of onderdelen van de wet treden – bij Koninklijk Besluit - in werking op verschillende tijdstippen.

Lees meer over alle ins en outs van het minimumloon.

Meerwerk

Op 1 januari 2018 is de WML uitgebreid met een artikel met betrekking tot de uren die de werknemer meer werkt dan de voltijds* of overeengekomen arbeidsduur. Het artikel bepaalt dat werknemers over alle gewerkte uren tezamen ten minste het geldende minimumloon dienen te ontvangen.

  • Compensatie in (betaalde) vrije tijd van over- of meerwerk (de wetgever gebruikt vaak de term ‘meerwerk’) is vanaf 1 januari 2019 alleen nog maar mogelijk als dat in een cao is geregeld. In 2018 is afwijking bij ‘gewone’ schriftelijke overeenkomst nog mogelijk.
  • Het recht op minimumloon geldt per betalingsperiode. Krijgt een werknemer per maand betaald, dan is compensatie in betaalde vrije tijd voor meeruren die zijn opgebouwd in die maand, nog steeds mogelijk.
  • Analoog aan de regelgeving rond het wettelijk verlof moet de compensatie zijn omgezet in betaalde vrije tijd uiterlijk op 1 juli volgend op het jaar waarin de uren zijn opgebouwd.
  • Het recht op het minimumloon wordt berekend over alle uren tezamen. Krijgt een werknemer meer betaald dan het minimumloon, dan is tijd voor tijd altijd mogelijk, mits de werknemer over alle uren tezamen ten minste het minimumloon ontvangt.

*Met voltijds wordt bedoeld: een volledige werkweek gebaseerd op de normale arbeidsduur (NAD)

Meerwerk is per 1 januari 2018 niet meer uitgezonderd van het loonbegrip van de WML. De werkgever is vanaf die datum in beginsel verplicht ook over meerwerk vakantiebijslag te betalen.

  • Afwijken van deze regel is alleen toegestaan als dat in een cao is geregeld. Overeengekomen kan worden dat er over meerwerk geen vakantiebijslag wordt opgebouwd. Dat is alleen toegestaan als het totale loon van de werknemer over al zijn gewerkte uren minstens 108% van het wettelijk minimumloon is. Veel cao’s kennen toeslagen voor meerwerk. Dat creëert ruimte voor het maken van afwijkende afspraken.
  • Is er geen cao van toepassing, dan moet de werkgever over meerwerk altijd vakantiebijslag betalen, ook als de werknemer over meerwerk meer dan 100% krijgt betaald, wat gebruikelijk is.
  • In ieder geval maakt deze wijziging van de WML voor ondernemingen die geen cao hebben waarin dit geregeld is, meerwerk in het algemeen 8% duurder.
  • Alleen als een werknemer een overeengekomen loon heeft van meer dan drie maal het wettelijk minimumloon, kan schriftelijk worden overeengekomen dat de werknemer geen recht heeft op vakantiebijslag dan wel recht heeft op een lager bedrag aan vakantiebijslag. Dit is al mogelijk op grond van bestaande wetgeving maar niet erg gebruikelijk.
  • Een andere mogelijkheid is om toeslagen op meerwerk te verlagen met 8% vakantietoeslag (bij verlaging 7,41%).

Stukloon

Per 1 januari 2018 moeten werknemers die stukloon ontvangen (loon dat per stuk afgeleverd werk wordt betaald), voor ieder gewerkt uur gemiddeld minstens het minimumloon verdienen.

  • Voor bepaalde werkzaamheden in een sector is het mogelijk om van de regels af te wijken. Het gaat om werkzaamheden waarbij werkgevers onvoldoende toezicht kunnen houden op de werkzaamheden van een werknemer en de werknemer een zekere mate van vrijheid heeft om de werkzaamheden in te richten.
  • Om voor deze werkzaamheden toch een beloning te bepalen, stellen sociale partners in een sector een stukloonnorm vast. De sectorale werkgeversorganisatie dient vervolgens een verzoek in bij de Stichting van de Arbeid. De Stichting van de Arbeid beoordeelt de stukloonnorm en biedt verzoek en beoordeling aan de Minister van SZ&W, die uiteindelijk besluit.
  • Een voorbeeld is de sector van de pakketbezorgers.

Verhoging minimum jeugdloon

Op 1 juli 2017 is de leeftijd voor het volwassenen minimumloon omlaag gegaan van 23 naar 22 jaar. Het minimumjeugdloon voor 18- tot en met 21-jarigen is tegelijkertijd verhoogd.

  • Werkgevers krijgen voor de hogere loonkosten van 18- tot en met 21-jarigen compensatie via het minimumjeugdloonvoordeel. Deze regeling is ingegaan op 1 januari 2018 en compenseert werkgevers met terugwerkende kracht vanaf 1 juli 2017.
  • Het minimumjeugdloonvoordeel, over zowel de tweede helft van 2017 als over 2018, betaalt de Belastingdienst automatisch uit in de tweede helft van 2019 op basis van gegevens van het UWV.

Ter herinnering

Stap 1 (is van kracht sinds 1 juli 2017)

Voor 18-, 19-, 20- en 21-jarigen gaat het vaste percentage van het wettelijk minimumloon omhoog. Voor 22-jarigen gaat dit naar 100%. Zij hebben dan recht op een volledig wettelijk minimumloon.

Stap 2 (gaat van kracht op 1 juli 2019)

Voor 18-, 19-, 20-jarigen gaat het vaste percentage van het wettelijk minimumloon verder omhoog. Voor 21-jarigen gaat dit naar 100%. Zij hebben dan recht op een volledig wettelijk minimumloon.

Leeftijd Voor 1 juli Stap 1 Stap 2
23 jaar en ouder 100% 100% 100%
22 jaar  85% 100% 100%
21 jaar  72,5% 85% 100%
20 jaar  61,5% 70% 80%
19 jaar  52,5% 55% 60%
18 jaar  45,5% 47,5% 50%
17 jaar  39,5% 39,5% 39,5%
16 jaar  34,5% 34,5% 34,5%
15 jaar  30% 30% 30%